Fitismannetjes in Meijendel vaker zonder partner
In Meijendel is al jaren een opvallende verschuiving gaande in de vogelpopulatie. De fitis, ooit talrijk, neemt sterk af, terwijl de tjiftjaf juist in aantal toeneemt. Wat is hier aan de hand? Ecoloog Herman van Oosten onderzoekt dit fenomeen sinds 2021 in opdracht van Dunea.
Het onderzoek van Van Oosten richt zich op de broedbiologie van struweelvogels zoals de fitis, tjiftjaf en nachtegaal. Door nesten te volgen, jongen te meten en hun dieet te analyseren, probeert Van Oosten te achterhalen welke factoren bijdragen aan de ontwikkeling van deze vogels. Daarbij wordt gekeken naar terreinbeheer, zoals begrazing door runderen en paarden, en de beschikbaarheid van insecten als voedselbron. Van Oosten werkt nauw samen met ecologen van Dunea en met vrijwilligers van de Vogelwerkgroep Meijendel.
Eenzame zingende mannetjes vinden geen partner
Het onderzoek is nog volop in ontwikkeling, maar één opvallende bevinding springt eruit: veel fitismannetjes lijken ongepaard te blijven. Dat roept vragen op: zijn er te weinig vrouwtjes, of juist te veel mannetjes? Dit verschijnsel kan een belangrijke verklaring zijn voor de afname van de soort. Over verschillen in dieet of insectenaanbod weten we pas meer in de volgende fase van het onderzoek.
Wat betekent dit voor Dunea?
De resultaten van wetenschappelijk onderzoek helpen Dunea om het beheer van Meijendel nog beter af te stemmen op de behoeften van kwetsbare vogelsoorten. Door inzicht te krijgen in de ecologische relaties tussen beheer, insecten en vogels, kunnen maatregelen worden genomen die bijdragen aan biodiversiteit en duurzame natuurontwikkeling.
Wat staat er nog op de planning?
Het onderzoek loopt door tot eind 2026. In de volgende fase worden de langetermijneffecten van beheermaatregelen verder onderzocht. De eindrapportage zal concrete aanbevelingen bevatten voor natuurbeheer in Meijendel en vergelijkbare duingebieden.
Eenzame zingende mannetjes vinden geen partner
Het onderzoek is nog volop in ontwikkeling, maar één opvallende bevinding springt eruit: veel fitismannetjes lijken ongepaard te blijven. Dat roept vragen op: zijn er te weinig vrouwtjes, of juist te veel mannetjes? Dit verschijnsel kan een belangrijke verklaring zijn voor de afname van de soort. Over verschillen in dieet of insectenaanbod weten we pas meer in de volgende fase van het onderzoek.
Wat betekent dit voor Dunea?
De resultaten van wetenschappelijk onderzoek helpen Dunea om het beheer van Meijendel nog beter af te stemmen op de behoeften van kwetsbare vogelsoorten. Door inzicht te krijgen in de ecologische relaties tussen beheer, insecten en vogels, kunnen maatregelen worden genomen die bijdragen aan biodiversiteit en duurzame natuurontwikkeling.
Wat staat er nog op de planning?
Het onderzoek loopt door tot eind 2026. In de volgende fase worden de langetermijneffecten van beheermaatregelen verder onderzocht. De eindrapportage zal concrete aanbevelingen bevatten voor natuurbeheer in Meijendel en vergelijkbare duingebieden.
