Zie ons eens flapperen

Wat is de tijd toch hard gegaan. De uilskuikens zijn binnen enkele dagen verhuisd van de nestkast naar het voorportaal. Heel af en toe zijn ze nog in de kast te zien. Helaas hebben wij in het voorportaal geen camera hangen en zien wij ook niet wat de uilskuikens hier overdag uitspoken. Zodra de zon ondergaat is er via de buitencamera weer van alles te beleven. Duinwachter Bart en natuurvoorlichter Niek schreven er een blog over.

Bij het vallen van de avond zie je de uilskuikens het voorportaal uitkomen. Eerst de nieuwsgierige kopjes, en dan ietsjes later de hele kerkuil. Het is wel dringen op de plank en er wordt door de puberende kuikens heel wat afgesist en gekrijst. Die geluiden zijn via de webcam goed te horen. De kerkuiltjes zijn beslist niet de beste zangers uit het vogelrijk, maar herkenbaar is het geluid zeker wel. 

Vliegoefeningen 

Alle kuikens beginnen nu met de eerste vliegoefeningen. Zo maken ze de spieren alvast wat sterker voor ze aan het echte werk beginnen. Het lijkt ons wel heel erg spannend om zo hoog boven de grond voor het eerst met de vleugels klapperen. Vaak zie je dat uilskuiken de eerste vliegoefeningen maken in de nestkast zelf, maar deze generatie kuikens heeft zo te zien geen last van hoogtevrees. 

Nu het oefenen is begonnen volgt de eerste vlucht ook snel. Rond week negen zal een jonge kerkuil zijn eerste succesvolle korte vluchtjes kunnen maken. Dat geeft hem of haar dan ook meteen de gelegenheid om te beginnen met het oefenen van de jacht. Als de uilskuikens genoeg gegeten hebben spelen ze met de dode muizen die door vader en moeder worden gebracht. Het spel bestaat uit het vastpakken van de muizen met de klauwen. Ook het bespringen van een prooi hoort hierbij. Zo ontwikkelen ze zich als jager. 

Op eigen poten staan 

Een uilskuiken van negen weken lijk al erg op een volwassen kerkuil, maar heeft soms ook nog wel wat donsveren rondom zijn buik zitten. Dat zien we ook als de kuikens ‘s avonds op de plank zitten. Wanneer de kuikens dat dons kwijtraken is per uiltje verschillend. Het is dus niet per se het jongste broertje of zusje, dat nu nog het meest donzig is.  

En ook al hebben ze nog wat donsveertjes, de komende weken moeten onze jonge kerkuilen steeds zelfstandiger worden. Er wordt steeds minder gevoerd door de ouders en daardoor gaan de kuikens steeds vaker zelf opzoek naar voedsel. Het is belangrijk dat ze nu de fijne kneepjes van het kerkuilvak leren. Wij zijn heel nieuwsgierig hoe dat eruit zal zien. Jullie ook? 

Met vriendelijke groet, 

Duinwachter Bart en natuurvoorlichter Niek