Dunea in BLEIZO uitspraak deels in het gelijk gesteld
De Raad van State heeft op 16 mei uitspraak gedaan in de BLEIZO zaak. Dunea had deze zaak aangespannen tegen de gemeente Lansingerland, met betrekking tot de verleende omgevingsvergunning voor de aanpassing van het spoorstation. De besluiten van de gemeente zijn vernietigd. Dunea kan geen kosten verhalen bij Lansingerland. Raad van State verwijst voor nadeelcompensatie naar ProRail.
Wim Drossaert, directeur Dunea stelt: “Wij zijn tevreden met de uitspraak van de Raad van State dat de besluiten van de gemeente zijn vernietigd. De Raad erkent de op onderdelen onzorgvuldige besluitvorming van de gemeente Lansingerland. En dat raakt de drinkwaterbelangen van 1.3 miljoen klanten van Dunea. Dunea heeft door het toestaan van de bouw van het spoorstation ingrijpende maatregelen moeten treffen voor het veiligstellen van haar grote transportleidingen. Dat zijn vitale transportleidingen die noodzakelijk zijn voor de ononderbroken aanvoer van rivierwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Het moeten veiligstellen van de transportleidingen heeft hoge kosten met zich meegebracht. Dat is naar het oordeel van de Raad van State door de gemeente tot twee keer toe niet afdoende meegewogen binnen de verleende omgevingsvergunning. De Raad van State geeft daarmee de gemeente een flinke en naar onze mening terechte tik op de vingers.”
Dunea heeft het belang van een betrouwbare drinkwatervoorziening voor onze klanten altijd voorop staan. Door deze procedure is dat belang onder de aandacht gebracht en erkend door de Raad van State. “We betreuren het echter wel dat de Raad van State de gevolgen van het besluit van de gemeente in stand laat en de gemeente de kosten aan de transportleiding niet hoeft te vergoeden. Het gaat om hoge kosten gemoeid met de gedwongen aanpassing van de transportleiding vanwege de bouw van een spoorwegstation. In de uitspraak wordt overwogen dat voor Dunea de weg openstaat voor nadeelcompensatie door ProRail, als directe veroorzaker, via de regeling van de NKL 1999. We vinden het spijtig dat hiermee de zaak nog niet is afgedaan. We beraden ons nu op de mogelijkheden voor verhaal van nadeelcompensatie bij ProRail. Wij blijven uiteraard strijden voor de belangen van onze drinkwaterklanten en doen er alles aan wat binnen ons vermogen ligt dat vanwege de aanleg van het spoorwegstation onze drinkwaterklanten niet worden gedupeerd.”